Achtergrond
Achtergrond
Het missie leven is er een die veel terminologie met zich meebrengt. Daarom hieronder wat uitleg over begrippen en een stukje context.
Kleinseminarie
Wie priester wil worden, gaat na de lagere school naar het kleinseminarie. Een
internaat waar je zes jaar lang een gymnasiumopleiding volgt. De SVD’ers gingen
met name naar Soesterberg en … De SCJ’ers naar Bergen op Zoom of Helmond.
Noviciaat
Het noviciaat is een periode van ongeveer twee jaar die bedoeld is om te reflecteren op een religieus leven. De centrale vraag is: wil ik inderdaad door op de weg naar het priesterschap? Het noviciaat van de SVD-paters was eerst in Helvoirt en de laatste paar jaren in Kalmthout. De SCJ-novicen gingen naar Asten.
Grootseminarie
Na het kleinseminarie en het noviciaat is de toekomstige priester klaar voor de echte priesteropleiding. Die bestaat doorgaans uit twee jaar filosofie en vier jaar theologie. Daarna volgt de priesterwijding. Het grootseminarie van de SVD was in Teteringen. De SCJ’ers gingen naar Liesbosch of Nijmegen.
Voorbereidende klas
Niet alle scholen voor lager onderwijs gaven in de jaren ‘50/’60 een geschikte toegang tot het gymnasium. In de voorbereidende klas werd bijvoorbeeld gewerkt aan grammatica, ontleden en andere taalvaardigheden.
Societas Verbi divine (SVD)
Missionarissen van het Goddelijk Woord. In 1875 in Steyl opgericht door de heilige
Duitse priester Arnold Jansen. In Nederland te Deurne, Nieuwegein, Soesterberg en
Teteringen. In België in Amel, Leuven en Brussel-Overijse.
Sacerdotes a Sacro Corde Jesu (SCJ)
Priesters van het Heilig Hart van Jezus (Sacerdotes a Sacro Corde Jesu). Gesticht in
1877 door Leo Dehon in St. Quentin. In Nederland actief in: Altforst, Amsterdam,
Asten, Bakel, Bennebroek, Bergen op Zoom, Breda, Cadier en Keer, Delft, Den
Haag, Helmond, Maastricht, Nijmegen en Rips. In België in Heverlee-Leuven,
Elsene, Lanaken, Tervuren en Zedelgem.
Provinciaal of Regionaal overste
Landen zijn in kerkelijke termen: provincies. Zo is Nederland een kerkprovincie. Ook
kloosterorden en congregaties werken met provincies. Soms worden provincies
samengevoegd omdat ze anders te klein worden. Bij de SVD vormen België en
Nederland één provincie. Daarin werken tientallen priesters onder leiding en
begeleiding van een ‘provinciaal overste’.
Wordt een provincie te klein dat wordt het een regio. Aan het hoofd daarvan staat
een ‘regionaal overste’.
Bisschop
Een bisschop wordt beschouwd als opvolger van de apostelen. Hij is gerechtigd alle
sacramenten toe te dienen. Hij heeft de volle herderlijke macht en het hoogste gezag
in zijn bisdom.
Vicaris-generaal
Een vicaris-generaal is de plaatsvervanger van een bisschop en staat deze bij in het bestuur van het bisdom. Hij heeft veel rechtsmacht binnen een bisdom, met name op kerkrechtelijk gebied. Voor sommige zaken heeft hij een volmacht nodig van de bisschop.
Sacramenten
De sacramenten van het doopsel, de eucharistie, de biecht, de ziekenzalving en het
huwelijk kunnen door alle priesters worden toegediend. Enkel de bisschop kan de
sacramenten van het vormsel en het
priesterschap toedienen.
Missionaris
Een missionaris is een priester die uitgezonden wordt naar een land waar het
christendom ontwikkeld moet worden. In beginsel wordt de priester daar pastoor van
een parochie, maar er zijn ook andere rollen: bijvoorbeeld in het onderwijs of de zorg.
Het komt ook voor dat de missionaris benoemd wordt tot bisschop.
Pater
Een pater is een priester die verbonden is aan een klooster of een congregatie. Hij is
dienstbaar aan zijn overste.
Broeder
Een broeder is lid van een kloosterorde of congregatie, maar is niet tot priester gewijd. De broeder ondersteunt de priester in zijn werk.
Wereldheer
Een wereldheer is een priester die valt onder het gezag van het bisdom. Hij is dus geen lid van een kloosterorde of congregatie.
Pastoor en kapelaan
De pastoor is een gewijde priester die aan het hoofd staat van een parochie van gelovigen. De pastoor is volledig dienstbaar aan de bisschop. De kapelaan is een gewijde priester die de pastoor ondersteunt, totdat hijzelf eventueel pastoor wordt.
Orden en congregaties
Orden en congregaties zijn gemeenschappen van gewijd leven, waarvan de leden hun leven wijden aan Christus en zijn kerk. Deze gemeenschappen leven naar een kloosterregel en hebben binnen hun regel hun eigen
constitutie. Ze vallen doorgaans rechtstreeks onder het gezag van de paus en dus niet van de bisschop. De leden leggen een kloostergelofte of professie af.
De gelofte
Religieuzen kunnen verschillende geloften afleggen:
1. De vrijwillige armoede
(geen persoonlijk bezit, alles is van de communiteit)
2. Volmaakte zuiverheid
(leven in kuisheid, afzien van seksuele genietingen)
3. Gehoorzaamheid
(onderwerping aan goddelijke, kerkelijke en ordelijke regels).
1. De vrijwillige armoede
(geen persoonlijk bezit, alles is van de communiteit)
2. Volmaakte zuiverheid
(leven in kuisheid, afzien van seksuele genietingen)
3. Gehoorzaamheid
(onderwerping aan goddelijke, kerkelijke en ordelijke regels).
Mis je iets?
Laat het ons weten dan voegen we het toe 🙂